Geplaatst op woensdag 21 december 2005 @ 12:56 , 1223 keer bekeken
Clair-obscur
Rembrandt speelde al vroeg met met licht-donkercontrasten: fel licht en diepe schaduwen. Zo'n sterke licht-donkerwerking wordt clair-obscur genoemd. Clair-obscur (Frans) en chiaroscuro (Italiaans) betekenen 'licht-donker'. Hoewel het effect al eerder werd toegepast, is de term pas sinds het einde van de 16de eeuw in zwang. De oorsprong van het woord ligt in Italië. De schilder Caravaggio (1573-1610) maakte het chiaroscuro-effect tot zijn handelsmerk. Hij was een meester in het schilderen van donkere taferelen die door één felle lichtstraal worden doorboord. Ook Rembrandt gebruikte deze techniek om bepaalde figuren of taferelen in zijn schilderijen uit te lichten.
Krassen in de natte verf
Een andere techniek die Rembrandt hanteerde was het krassen in de nog natte verf. Zo kwam de lichte kleur van de ondergrond tevoorschijn. Dit gebruikte hij om bijvoorbeeld haargroei of bont aan te geven.
Hoogsels
Lichtpuntjes kon Rembrandt aangegeven met witte hoogsels. Een hoogsel is een kleine hoeveelheid lichte verf of wit krijt, op een donkere ondergrond aangebracht. Meestal wordt een hoogsel gebruikt om reliëf te suggereren, maar ook kan het glans of lichtval imiteren. De verf die meestal voor hoogsels wordt gebruikt is loodwit.
Contrasten
Terwijl Rembrandt in zijn beginperiode nog fijn te werk ging, schilderde hij vanaf 1650 op een, zoals dat in de 17de eeuw heette, ´ruwe manier´. De verf werd steeds dikker en breder aangebracht. In zijn werken paste hij allerlei schildertechnieken toe; brede streken wisselde hij af met fijne lijntjes, vette toetsen met droge, borstelige streken. Gezicht en handen werden bijvoorbeeld vrij glad geschilderd, terwijl de kleding juist met dikke klodders op het doek werd gezet. Zo gaf hij zijn doeken reliëf. Deze manier van schilderen is kenmerkend voor Rembrandts late werk.
Kleurgebruik
Net als zijn leermeester Pieter Lastman gebruikte Rembrandt in zijn vroege werk vrij felle kleuren. Tegen 1630 werd het coloriet zachter, met een duidelijke voorliefde voor paars, bronsgroen en gedempt geel. In zijn laatste periode werd de kleur van de schilderijen dieper en rijker. De kleuren diep rood, bruin en goudgeel kregen de voorkeur.
Welkom bij Clubs!
Kijk gerust verder op deze club en doe mee.
Of maak zelf een Clubs account aan: